Van 1905 tot aan de sluiting in 1978 lag even ten oosten van Schiedam (Zuid-Holland), aan de Nieuwe Maas, de welbekende Scheepswerf en Machinefabriek Werf Gusto v/h A.F. Smulders Engineers and Shipbuilders.
In 1907 bezocht een groep leden van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs de fabriek. Zij werden rondgeleid door de Technisch Bedrijfsleider J.D. Dresselhuijs.
Dresselhuijs stelde voor die gelegenheid een gedetailleerde en ruim geïllustreerde beschrijving op van de toen nog piepjonge Schiedamse vestiging. Je vindt die beschrijving op deze set pagina's in z'n geheel terug. Ik heb 'm in de oorspronkelijke stijl en spelling gelaten, omdat dit zo'n mooi tijdsbeeld schept.
Langs de oostelijke en westelijke grenslijnen bevinden zich de beide hoofdgebouwen, elk lang 140 M. en breed 52 M., terwijl daartusschen aan de voorzijde het kantoorgebouw van 30 × 30 M. geplaatst is. Elk hoofdgebouw bestaat uit een middenschip, breed 25 M. met twee zijbeuken, breed elk 13,50 M. De rails der electrische loopkranen, welke zich in die gebouwen bevinden, liggen 11,60 M. resp. 7,30 M. boven den beganen grond.
In de westelijke hal (rechts in de bovenste foto en links in de onderste) zijn de werkplaatsen voor scheeps- en bruggenbouw, de smederij en het magazijn ondergebracht. In het midden van de bovenste foto zien we het kantoorgebouw.
In de oostelijke hal (links in de bovenste foto en rechts in de onderste) bevinden zich: de modelmakerij met modelbergplaatsen, de gieterij, de afbramerij, de koperslagerij, de schilderswerkplaats, en de draaierij met machine-bankwerkerij en stelplaats.
In den zuid-oostelijken hoek van het terrein vinden wij in een apart gebouw de electrische centrale met ketelhuis, economiser en hoge schoorsteen (uiterst rechts in de bovenste foto).
De twee grote fabriekshallen werden tweedehands aangeschaft. Ze stonden oorspronkelijk op de Industrie-, Gewerbe- und Kunstausstellung van 1902 in Düsseldorf en werden gebouwd door de Duitse firma Hein, Lehmann & Co. (Düsseldorf). Al vòòr de werkelijke bouw bracht Hein, Lehmann een prospectus uit, waarin het bouwwerk werd aangeboden voor verkoop ná de tentoonstelling: "Es sollte uns freuen, wenn Sie dieser selten darbietenden Gelegenheit näher treten würden und stehen wir mit weiterer Auskunft dann gern zu Diensten."
In Düsseldorf waren beide hallen in rechte lijn achter elkaar geplaatst. Ze vormden zo samen de zogenaamde "Große Maschinenhalle". Deze hal was dus 280 meter lang. Het enorme gebouw werd na afloop van de Düsseldorfer tentoonstelling gedemonteerd en in onderdelen naar Schiedam vervoerd. Daar werd het in de lengte in tweëen gesplitst. De twee helften werden alhier naast elkaar opgebouwd.
De door Hein, Lehmann gebouwde "Große Maschinenhalle" was één van de eerste grote industriële gebouwen ter wereld die in vloeiijzer werden opgetrokken. Voorheen werd voor de bouw van ijzeren gebouwen uitsluitend puddelijzer (smeedijzer) gebruikt. Vloeiijzer was veel homogener en sterker dan smeedijzer, zodat de constructie aanmerkelijk lichter uitviel. Zo waren de twee hallen van Werf Gusto een technisch monument, omdat ze een belangrijke technische innovatie documenteerden. Niet dat daaraan na de sluiting van Werf Gusto ook maar de minste aandacht werd geschonken: kort na de sluiting van het bedrijf in 1978 werd de hele zaak onverbiddelijk gesloopt.