Alle 3D-modellen op deze website zijn in het *.SCAD-formaat. Om ze werkelijk 3D te bekijken heb je het Open Source programma OpenSCAD nodig. Dit kun je gratis downloaden via deze link. Je kunt er voor kiezen, de bewezen-stabiele versie te pakken. Maar de Development Snapshots, een stukje lager op de download-pagina, zijn ook spannend, omdat ze meer mogelijkheden bevatten. Er zou wel hier of daar een (nog niet ontdekt) bugje in kunnen zitten. Eerlijk gezegd is me dat nog nooit overkomen .... Maak je eigen afweging.
A Warm Thank You to the developers/programmers involved in creating this software, for their valuable free service offered to the Internet community!
Heb je OpenSCAD gedownload en geïnstalleerd, dan begint de kennismaking. Om je te helpen is er (uiteraard) een User Manual. Dat staat on-line op de OpenSCAD website. De precieze link naar de Manual voor de Versie die je hebt gedownload, vind je trouwens in het programma onder Help → Documentation.
Verder is er - heel nuttig - een Cheat Sheet, met directe links naar de nadere beschrijvingen van de opgesomde functies. De Cheat Sheet bereik je via Help → Cheat Sheet.
Goed, je hebt OpenSCAD geïnstalleerd, in het User Manual gekeken - nu dus echt aan de slag. Begin met een van de talrijke modellen op deze website. Klik gewoon op de link van een model om dit te openen. De meeste modellen hebben een eigen webpagina, waarop ik meer informatie geef. Die webpagina bevat ook een directe link naar de complete code voor het model. Als je die link aanklikt, opent OpenSCAD zich met de modelcode in de Editor.
Het kan zijn, dat OpenSCAD blank opkomt. Dan moet je de Editor in het linkerveld zelf eerst openen (via View → Hide Editor). In de Editor lees (en bewerk) je de code die het 3D-model vormt. Om het model in het rechterveld te zien, druk je op F5 (Preview).
Een 3D-model kun je op je monitor in alle standen bekijken. Wil je de achterkant zien? Je draait het 180° en voila .... Met hetzelfde gemak zet je de wereld op z'n kop en ook de achtbaan kun je het moeiteloos laten doorlopen. Tijdens al die capriolen blijft het model zelf onveranderd.
Positie en stand kun je naar hartelust varieren, je kunt in- en uitzoomen en de lichtval op de vlakken van het object wordt steeds aan de momentane stand van het model aangepast. Je kunt kiezen of je het beeld dat je op de monitor ziet, isometrisch (geen perspectief) of juist wel perpectivisch (verder weg is kleiner) wilt hebben. Maar het model zelf verandert niet. Totdat je de code bewerkt.
Betreft het een geanimeerd model, eentje dat je werkelijk in beweging kunt zetten, dan dien je View → Animate in te schakelen. In de werkbalk in het rechtervenster vul je het aantal Steps in (zeg, 50, 100, 360) en het aantal Frames-per-seconde (FPS, zeg 5, 10, 36). De tijdvariabele $t begint nu te lopen. Hij loopt in elke cyclus van 0 tot 1 en blijft dat doen tot je View → Animate weer uitschakelt.
In de code is gedefinieerd wat er in de animatie moet gebeuren. Als je bijvoorbeeld een kruk aan het draaien wilt brengen, schrijf je:
rotate ([0,0,360*$t]) ...
De kruk doorloopt dan precies 360° in één cyclus.
Wil je een object een rechtlijnige beweging opleggen, dan schrijf je bijvoorbeeld:
translate ([100*$t,0,0]) ...
Het object beweegt eenparig 100 mm langs de x-as en vliegt aan het einde van die slag in een klap weer terug naar het beginpunt.
Wil je een mooie vloeiende heen-en-weer beweging maken, dan pas je een sinus toe:
translate ([100*sin(360*$t),0,0]) ...
De sinus doorloopt in één cyclus (360°) de waarden van -1 tot +1 en het object maakt soepele slagen van x=-100 tot x=+100.
Je kunt de animatie ook in stappen laten verlopen. Een simpel voorbeeld. Eerst langzaam van de oorsprong naar y=100 en dan snel terug naar de oorsprong. Daarvoor gebruik je:
if ($t>=0&&$t<0.9) {translate ([0,111*$t,0]) ... } else {translate (0,99.9-999*($t-0.9),0) ... }
En dan gebeurt prcies wat je wilde.
Een werktuigbouwer is er aan gewend om in zijn CAD-tekeningen een ontwerp in meerdere aanzichten en doorsneden te presenteren. In 3D is het niet anders.
Doorsnede.scadDe toolbar rechts onderin geeft je de zes mogelijke aanzichtren: voor/achter, onder/boven en links/rechts. Er is trouwens een heel stel sneltoetsen onder View → waarmee je hetzelde kunt bereiken.
Soms zijn aanzichten niet toereikend en wil je een doorsnede hebben, omdat je daarin details kunt zien die in de aanzichten verborgen blijven. Kijk naar het object hierboven .... probeer je voor te stellen hoe je die diepe groef ooit in een aanzicht zou kunnen controleren.