Het Domaniale of Prinslandsche Veer werd door het Rijk verpacht aan een concessionaris. Het leverde de Staatskas best wat inkomsten op, in 1855-1857 zo'n ƒ 790,- per jaar.
Maar ....
De Postbaan - de weg over het Prinslandsche Veer - was inmiddels behoorlijk wat drukker geworden en eigenlijk was de capaciteit van het veer niet meer toereikend. De Dintel was, zo dicht bij het Dintelsas en zijn oost-west ligging, een gevaarlijk water. De overtocht van de veerpont was zeker niet van enig gevaar ontbloot. Het kwam (te) vaak voor, dat passagiers uren moesten wachten voor ze overgezet konden worden. Het Veerhuis bood dan wel wat soelaas, maar toch ....
Er gingen dus stemmen op, die bepleitten, een brug te bouwen ter vervanging van het veer. Waterstaat boog zich over deze vraag en na diepgaande studie kwamen zij tot de conclusie, dat dit inderdaad een goed idee was.
Het eerste punt van onderzoek ten deze is geweest, de gesteldheid der aangegeven plaats na te gaan, of deze al dan niet het aanleggen van een brug aldaar veroorloofde. Van welk onderzoek het gunstigste resultaat is verkregen, zoo wel met opzigt tot de terreinsgesteldheid, als ten aanzien van de scheepvaart, welke op de rivier plaats heeft, omtrent welke laatste, bij dit overgangspunt, de ligging zoodanig geschikt is bevonden, dat bij eene behoorlijke plaatsing van het beweegbare gedeelte, geen de minste hinder aan de scheepvaart kan worden toegebragt.
Wat betreft het algemeen belang in het daarstellen van vaste bruggen in plaats van pontenveeren zoo is dit reeds in het algemeen genoegzaam bekend .... Het kan derhalve als uitgemaakt worden beschouwd, dat de aanleg eener brug geenszins van belang ontbloot is en hare daarstelling als hoogst gewenscht mag worden geacht.
Waterstaat stelt verder:
... dat eene openbare aanbesteding, bij het stellen van voorwaarden, waarbij de dienst goed is verzekerd, de voorkeur verdient boven eene onderhandsche besteding.
Daarmee had men zich eerder al eens flink in de vingers gesneden. Bij openbare aanbesteding verwachtte men nu van een brug een behoorlijk hogere opbrengst (aan tolgelden c.q. concessierechten) te verkrijgen dan van het veer, zeker ook gezien de almaar toenemende communicatie. Het Waterstaatsrapport eindigt met een interessante zinsnede:
Zoowel tot meerdere duurzaamheid, als uit hoofde van de doelmatigheid, heb ik vermeend te mogen voorstellen, zoowel de hameigebindten met balancen, als de leggers onder het dek der brug volgens een thans meer algemeen aangenomen stelsel, van ijzer te doen vervaardigen.
Aan het rapport was een een Bijlage toegevoegd, met een nauwkeurig uitgewerkte begroting. Die leert ons veel over de bouwwijze van de (voorgestelde) ijzeren brug. Interessant, want ijzeren bruggen kwamen op dat moment pas net tot ontwikkeling (althans, in Nederland).
De Brug zijnde Lang tusschen de gemetselde landhoofden 75 ellen
Steenen landhoofden |
|||
Voor de benoodigde ontgraving en gevorderde afdamming wordt gesteld | ƒ 120,00 | ||
Voor de fundeering zal vereischt worden: | |||
40 stuks masten heipalen ieder lang 3 ellen met inheijen à ƒ 4,00 per stuk is | ƒ 160,00 | ||
36 ellen slijkhout zwaar 18 bij 18 duimen | 1.166 | ||
23 vierk ellen beuldering zwaar 8 duimen | 1.840 | ||
18 ellen schuifhout zwaar 10 bij 15 duimen | 270 | ||
3.276 | |||
3.276 kub el dennen of mastenhout met arbeid en spijkers à ƒ 45,00 de kub el | ƒ 147,42 | ||
74 stuks dennen damplanken ieder lang 2.50 el zwaar 10 duim met inheijen à ƒ 4,10 per stuk | ƒ 303,40 | ||
Metselwerk |
|||
Aan de twee landhoofden wordt gevorderd in totaal 53 kub ellen metselwerk van Waalmop klinkers met dito boerengraauw achterwerk in sterken basterd tras à ƒ 17,00 de kub el | ƒ 901,00 | ||
Hardsteen |
|||
4 hoeksteenen van lang 0.90 el zwaar 33 x 60 | 950 | ||
12 neuten van lang 0.44 el zwaar 20 x 33 | 342 | ||
1.292 | |||
129.2 kub el hardsteen à ƒ 1,00 | ƒ 129,90 | ||
Jukken of watergebindten |
|||
Voor zes jukken wordt gevorderd 30 stuks eiken palen gemiddeld lang 6.00 el zwaar aan de kop 30 x 30 duim en onder 20 x 20 duim. Voor iedere paal met inheijen wordt gesteld ƒ 30.50 | ƒ 915,00 | ||
24 dito palen ieder lang 8 ellen à ƒ 38,00 | ƒ 912,00 | ||
2 slooven onder de hameigebindten ieder lang 6.00 el en zwaar 35 x 40 duim | 1.680 | ||
4 dito voor de waterslooven ieder lang 7.00 el zwaar 35 x 35 duim | 3.430 | ||
8 dito ieder lang 6,00 el zwaar 30 x 30 duim | 4.320 | ||
12 stuks schoor- of kruishouten ieder lang 7,10 el zwaar 15 x 20 duim | 2.556 | ||
20 palen tusschen de jukken op de waterslooven ieder lang 2,10 el zwaar 30 x 30 duim | 3.760 | ||
15.766 | |||
15.766 kub el eiken hout met arbeid à ƒ 85.00 de kub el | ƒ 1.340,11 | ||
Beweegbare kleppen |
|||
2 achterharren ieder lang 3.80 el zwaar 25 x 25 duim | 475 | ||
2 dito voorstukken ieder lang 3,80 el zwaar 20 x 20 duim | 304 | ||
12 leggers ieder lang 5.10 el zwaar 15 x 22 duim | 2.019 | ||
35 vierk el 5 duims onderdek | 1.750 | ||
klampen en klossen | 83 | ||
4.631 | |||
4.631 kub el eiken hout met arbeid en spijkers à ƒ 80,00 de kub el | ƒ 370,48 | ||
36 vierk ellen masten bovendek zwaar 5 duim tegen ƒ 2.25 de vierk el | ƒ 81,00 | ||
Onder- en bovendekken [vaste aanbruggen] |
|||
2 eiken stootbalken ieder lang 5 el zwaar 10 x 25 duim | 250 | ||
332 vierk el 5 duims onderdek | 16.100 | ||
16.350 | |||
16.350 kub el eiken hout met arbeid en spijkers à ƒ 80,00 de kub el | ƒ 1.308,00 | ||
230 vierk el masten bovendek zwaar 5 duim à ƒ 2,25 de vierk el | ƒ 517,50 | ||
Leuningboomen |
|||
Aan acht greenen leuningboomen ieder lang 5.00 el zwaar 8 x 10 duim | ƒ 16,00 | ||
Gegoten ijzer |
|||
Aan twee hameigebindten en balancen wordt tezamen gevorderd | 17.050 | ||
Voor voortzetten van de leuningen als mede twee lantaarnpalen | 130 | ||
17.180 | |||
17.180 ponden gegoten ijzer met het stellen daaronder begrepen tegen ƒ 0.15 het pond | ƒ 2.577,00 | ||
Aan leggers berekend tegen 6 stuks in de breedte is benoodigd eene lengte van 308 ellen uitmakende tezamen eene wigt van 23.973 ponden dat gerekend kan worden tegen ƒ 0.13 het pond | ƒ 3.116,49 | ||
Gesmeed ijzer |
|||
Aan de hameigebindten en balancen met beweegbare kleppen wordt tezamen verwerkt | 4.300 | ||
Voor het verder benoodigde ijzer aan de jukken en landhoofden enz. | 700 | ||
Aan de leuning met kruizen | 4.171 | ||
9.171 | |||
9.171 ponden gesmeed ijzer à ƒ 0,40 per pond | ƒ 3.668,40 | ||
110 ponden metaal [brons] voor bussen enz. à ƒ 2.00 per pond | ƒ 220,00 | ||
Dammen of oprijen |
|||
Aan de dammen tegen de landhoofden wordt gevorderd 720 kub ellen grond à ƒ 0,30 per kub el | ƒ 216,00 | ||
Aan eene begrinding over eene lengte van 80 ellen | ƒ 290,00 | ||
Wegens het daarstellen van een beslag met Vilvoortsche steenen wordt nog gesteld | ƒ 200,00 | ||
Teer en verwwerk |
|||
Aan de gevorderde teer en verwwerken wordt gesteld eene somme van | ƒ 180,00 | ||
Totaal ƒ 17.489,00 | |||
Winst en diverse onkosten ongeveer 12 pCt | ƒ 2.098,00 | ||
Onvoorziene werken |
ƒ 300,00 |
||
Totaal ƒ 19.887,00 |