Ingieten van witmetaal in kussenblokken
Onderhoud en reparatie van glijlagers
Omstreeks 1960
De "Eerste Nederlandsche Witmetaalfabriek" te Loosduinen publiceerde in de jaren 1960 ter ondersteuning van machinisten en onderhoudsmonteurs de volgende beknopte handleiding voor het ingieten van witmetaal-voeringen in kussenblokken (glijlagers).
- Kroes en lepel moeten voor het gebruik van eventuele metaalresten worden gezuiverd.
- Het lagermetaal moet op een matig vuur zolang worden verhit tot het dunvloeibaar is.
- Om het oxyderen tegen te gaan, moet het metaalbad steeds met houtskoolpoeder worden bedekt.
- Voor het uitgieten moet het metaalbad met een stuk hout goed worden omgeroerd. Als het hout daarbij vlam vat, is dit een bewijs, dat de juiste giettemperatuur is bereikt.
- Daar de lagermetalen dunvloeibaar zijn, verdient het aanbeveling alle spleten en oneffenheden goed dicht te maken en vooral zorg te dragen, dat het dichtingsmateriaal (bijv. klei) niet vochtig is.
- De in te gieten kussenblokken moeten zorgvuldig van roest, olie, enz door afbranden en beitsen worden gezuiverd. Voor het beitsen kan men verdund HCl (5 liter HCl en 1 liter water) gebruiken; nieuwe lagerschalen behoeven niet gebeitst te worden.
- Om een goede verbinding tussen het kussenblok en het witmetaal te verkrijgen, moet men voor een goede vertinning der schaal zorgdragen.
- Het vertinnen geschiedt met zuurvrij soldeerwater en strooitin of tinsoldeer. Strooitin is praktischer en spaarzamer in het gebruik dan stangentin. Het soldeerwater kan men zelf bereiden door:
a. 1/2 kg salmiak op te lossen in 1/2 l water;
b. 1 kg zinkchloride op te lossen in 1/2 l kokend water;
c. deze mengsels bijeen te voegen;
d. nog 2 l zuiver water bij te mengen.
- Voor het vertinnen wordt de te vertinnen schaal met soldeerwater bestreken en de bestreken oppervlakte met een dun laagje strooitin bedekt. Men legt de lagerschaal zo lang met de rug op een matig brandend vuur, tot het stooitin vloeibaar wordt. Het kussenblok wordt nu van het vuur genomen en het te vertinnen vlak direct met een stalen draadborstel uitgeborsteld. Na deze bewerking moeten de kussenblokken flink gereinigd of we! gedurende een nacht in kalkwater worden gelegd.
- Voor het ingieten moeten de kussenblokken zodanig worden voorgewarmd, dat ze slechts met een ijzeren tang te hanteren ziin (ca. 230 °C).
- Het uitgegoten lagermetaal moet aan de oppervlakte het langst vloeibaar worden gehouden om bij het stollen vloeibaar lagermetaal te kunnen nagieten. De eventueel niet te vermijden luchtbellen in het gietsel kunnen toch worden verwijderd, door in het nog vloeibare lagermetaal een verwarmde iizeren staaf regelmatig op en neer te bewegen.
- Bii grotere kussenblokken mag het volgieten met witmetaal niet ineens plaats hebben. Om een gelijkmatig en volkomen dicht gietwerk te verkriigen, moet men eerst een laag van ongeveer 5-10 cm ingieten en met de goed verwarmde ijzeren staaf zo lang pompen, tot alle luchtblazen verwijderd ziin. Het verder ingieten kan nu met een regelmatige straal plaats hebben en zal alleen dan iets versneld mogen worden, als uit het pompen met de metalen staaf bliikt, dat het vastworden van het lagermetaal reeds is begonnen.
- Teneinde aan het lagermetaal de nodige hardheid en sterkte te geven, verdient het aanbeveling het ingegoten lagermetaal snel af te koelen. Deze afkoeling kan het beste geschieden door eerst een natte lap of zak onder tegen het ingegoten kussenblok te plaatsen en daarna het gehele kussenblok in een waterbad te dompelen.
- Goed ingegoten lagers moeten helder klinken wanneer er met een stalen voorwerp tegen wordt getikt.